Startpagina

donderdag 5 mei 2011

Herman Brusselmans schrijft een ode aan de bibliotheek

Naar aanleiding van de besparingen die de Nederlandse bibliotheken ten beurt valt, schreef Herman Brusselmans volgende column.



Juwelen
Een enorm voordeel van de bibliotheek is dat je er boeken kan vinden die zelfs in de best geoutilleerde boekhandels al lang van de planken verdwenen zijn, bijvoorbeeld de plattelandsroman Toen het graan gaan vliegen was van Jules Strijbok, het filosofische tractaat De hersenen in duplo van professor dr A.M.C.M.K. Hulpeloos en de poëziebundel De onderaardse hemel van de vroeg gestorven dichteres Poekie Van Pummel. Daarom, en ook omdat de bibliotheek dichtbij was, ben ik van jongsaf een zeer goede klant geweest van de bibliotheek van m’n jeugd, in m’n geboortedorp Hamme. Er was overigens iets merkwaardigs met die Hamse bibliotheek, in die zin dat de bibliothecaresse, Godelieve Lampens, maar één arm had. De andere had ze verloren tijdens de oorlog, toen die was afgehakt terwijl Godelieve een zeer onbetrouwbare stencilmachine bediende, waarmee exemplaren werden geproduceerd van pamfletten die gebruikt werden door het verzet om de Duitsers te destabiliseren. Men begrijpt dat in de jaren veertig van de vorige eeuw de stencilmachines nog zeer onbetrouwbare, zeg maar aartsgevaarlijke krengen waren.
Ondanks haar ene arm kon Godelieve heel snel boeken van het rek halen, en bibliotheekkaarten invullen, en nog allerlei handige zaken verrichten, maar een vriendelijk mens was ze niet. Toen ik eens De onderaardse hemel van Poekie Van Pummel wilde uitlenen, snauwde Godelieve me toe: ‘Dat is niks voor een dertienjarige, in één van de gedichten komt een blote kont voor.’ ‘Van een jongen of van een meisje?’ vroeg ik. ‘Van een jongen,’ zei ze. ‘Bah, wat vies,’ zei ik, en ik had al helemaal geen zin meer in die dichtbundel van Van Pummel.
Op alle plaatsen waar ik gewoond heb, ben ik een trouwe bibliotheekbezoeker gebleven, ook hier in
Gent, waar de bibliothecaresse en al haar medewerkers trouwens twee armen hebben. Wat we
inmiddels niet mogen vergeten, is dat ik in de periode 1981-1986 zelf bibliothecaris ben geweest, in de zogenaamde ontspanningsbibliotheek van het ministerie van Arbeid in Brussel. Wat een leuke job. Ik was een prima bibliothecaris en wist met al m’n klanten raad, onder meer toen een oudere, ietwat verwijfde man kwam vragen: ‘Heb je soms geen boeken met blote jongenskonten erin?‘ Uiteraard gaf ik hem De onderaardse hemel en blij als een kind ging hij heen. Laten we, kort samengevat, nooit vergeten dat bibliotheken belangrijke opslagplaatsen zijn van alles waar de geest en de fantasie behoefte aan hebben. Boeken zijn diamanten en saffieren en bibliotheken zijn de goedkoopste juwelenwinkels op de markt.

Herman Brusselmans, via http://www.deboekensalon.nl/
Bron foto: larie.be

Geen opmerkingen:

Een reactie posten